best ver rijden



Voor de verandering zit ik op het moment van schrijven een keer niet in het vliegtuig. Daar zit ik over 10 uur pas in. Nu nog 7 uur te gaan in een busje door de Noorse wildernis. Gisteren een show van 1 uur gedraaid in Nordfjordeid. Een stadje aan de westkust van dit prachtige land, omringd door bergen, gletsjers en fjorden. Voor de band was het een thuiswedstrijd, al moesten ze zelf dus ook nog “even” zeven uur reizen. Terwijl de zanger deze rit in een Porsche doet die duurder is dan de gemiddelde gezinswoning in het huidige klimaat op de oververhitte woningmarkt, mag de gitarist het bekopen met een dubbelrol als chauffeur in een vierkant blikkie met gear, muzikanten en roadies. Dus even voor het perspectief; 30 minuten treinen, 2 uur wachten op het vliegveld, 1,5 uur vliegen, 7 uur slapen, 8 uur rijden, 100 minuten show voorbereiden, even het festival platblazen en dan het zelfde riedeltje weer andersom. Dat is dus een keerzijde van het leven in de muziekwereld. Je bent altijd onderweg. Investeren dus in een goed reiskussen, hoofdtelefoontjes en een ereader / tablet. Gelukkig ben ik deze keer onderweg getrakteerd op adembenemende uitzichten (en door mezelf op peperdure tankstation lunches). Het uitzicht was zo mooi dat ik bijna niet durfde te dutten in de angst iets te missen. Iedere keer als we weer uit een tunnel kwamen, was het landschap nog dramatischer, met besneeuwde bergtoppen en groene dennenwouden waar menig black metaller zich enorm thuis zou voelen met een fakkel en spikes.
Anderhalve week later.
Afgelopen weekend was weer zo’n feestje.  Na een reis van ongeveer 20 uur; half uur treinen, 2 uur vliegen en de rest van de tijd in een bunk / tourbus, kwamen we aan bij een middeleeuwse kasteelruïne in Borgholm, Zweden. Echt zo’n vervallen oud gebouw waar je de ridders en hofdames van castlefest ieder moment om de hoek zou verwachten, met op de binnenplaats een enorm en goed verzorgd podium. Stout als ik ben, ben ik ook nog even op een onbewaakt moment langs security geglipt om de bovenste verdiepingen te gaan verkennen. Mooi uitzicht op het podium op de binnenplaats, en de zee aan de andere kant. Tof!

Toen ik geboekt werd voor deze show was het volgens mij nog niet helemaal duidelijk dat hij nog redelijk in klaar daglicht plaats zou vinden. Vechten tegen de zon dus. Hoe doe je dat ? Juistem, met heel veel rook, felle kleuren en haze. En een bak stroboscopen. Er zit nog net geen gat in de ozonlaag boven dit kasteel. (grapje, deze rook is gebaseerd op water, zou niet slecht voor je moeten zijn, anders zouden er denk ik heel wat mensen met de bosjes neer zijn gevallen ondertussen). Leuk onderwerp trouwens. Rook. Een van de belangrijkste “werktuigen” voor een lichttechnicus. Als je een lichttech heel erg verdrietig wil maken, moet je vooral de rookmachine wegnemen. Dan zie je niks meer. Je kent dat gevoel wel; wil je net aan je heerlijke ijsje likken, valt het balletje op de grond. Zo iets. De show is het ijsje. De fotografen zouden er denk ik wel weer gelukkig van worden, kunnen ze eindelijk de muzikanten die wat verder weg staan op de plaat vastleggen. Een tijdje geleden sloeg de rookmachine op hol. Oeps. Sja, wat doe je daar aan....Terwijl de gitarist zich helemaal uit stond te leven op zijn gitaar, stroomde het podium langzaam vol. De beste man verdween, en alles wat je nog kon zien was het lampje op zijn gitaar. Vervolgens stroomde de zaal vol. De perfecte locatie voor een laser game. Ondertussen had ik de lokale lichtman al het podium opgestuurd om het probleem te verhelpen. De rest van de show had ik in ieder geval genoeg om mee te werken, en na de show een uitbrander van de baas. I blamed technology…\m/

Comments

Popular posts from this blog

Lights Down Under

mobiele eenheid

Back to the roots