Meters maken




Google vertelde mij iets best wel schokkends laatst. Ik heb in 2019 namelijk 104.844 km afgelegd. Dat is 2,6 rondje om de wereld. 20 landen in 12 maanden. Zo zag 2019 er uit voor mij. Best vermoeiend. Het feit dat, als ik in Nederland ben, ik alles op de fiets of met het OV doe, is een klein goedmakertje tegenover het aantal vlieguren dat ik maak. Greta is niet blij met me. Ik voel haar priemende blik wanneer ik mijn stoelriemen weer vast maak. Maar wat doe je er tegen? Vooral voor de festivals en “one off” shows, moeten er nou eenmaal mensen worden ingevlogen van wereldwijd. En dat zijn lang niet allemaal rechtstreekse vluchten. 1 keer heb ik er wat van gezegd. Toen wilde de booking agency mij van Amsterdam naar Brussel laten vliegen. Dat ging mij toch ietsje te ver en heb ik toch maar gesuggereerd om de trein te pakken naar Alcatraz. Was nog sneller ook. Enfin. De muziekwereld mag van mij wel wat duurzamer. Minder wegwerpartikelen, en minder verspilling van eten zou een mooi begin zijn. Geregeld staat er vanaf het begin van de dag vanalles te verpieteren in de backstage. Brood dat langzaam hard wordt, kaas die gaat zweten en zoutjes die onaangeroerd blijven en aan het einde van de dag zonder pardon de kliko in gaan. Zonde! Plastic bekertjes worden 1 keer gebruikt, en ik sta er van te kijken hoeveel half opgedronken flesjes water en frisdrank er op het einde van de dag bij elkaar worden geveegd op het podium. Het enige wat wordt hergebruikt zijn de setlists door de fans, die ze gretig verzamelen. Nu moet ik ook zeggen dat er weinig alternatieven zijn voor sommige dingen. Je wil geen glas met water op een versterker zetten. Dat is vragen om elektrocutie van de helikopterende gitarist. En om corpse paint van je gezicht te krijgen, heb je nou eenmaal heel veel baby-wipes nodig. Maar ik denk dat er hier toch nog wel wat terrein gewonnen kan worden hier en daar. Maar hoe? Gelukkig is het op technologisch vlak wat beter gesteld als het om verduurzaming gaat in de muziekwereld. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van LED licht, en echte ouderwetse stroomvretende par-lichten worden steeds zeldzamer. Vroeger ging er nog veel tijd zitten in het stellen en focussen van lichten. Dan stond de lokale lichttech op de ladder om alle lampen individueel af te stellen, en stond jij beneden om te zorgen dat het mooi en symmetrisch was. Dat wordt steeds minder, gezien je de bewegende lichten gewoon via de tafel stelt, en er meer tijd wordt besteed aan het programmeren van de effecten. Het wordt steeds ingewikkelder en veelzijdiger. Toch vind ik het wel leuk dat ik beide heb meegemaakt. Lichtshows draaien op lichttafels uit de jaren 80 (hartstikke degelijk!) met zonder bewegend licht doe ik nog heel af en toe. Laatst in Hongarije had ik zelfs een tafel die draaide op een floppy disk!!!Niet iedereen heeft de middelen om met de tijd mee te gaan. Lekker nostalgisch. En sommige shows komen toch veel beter tot hun recht met “old school” apparatuur!
De afgelopen twee maanden heb ik mijn vlieg- en consumptieschaamte een beetje goed gemaakt door geen vlieguren te maken, lekker thuis uit de kraan te lurken en zo min mogelijk met de lichtknopjes in mijn eigen huis te spelen. De eerstvolgende show is in maart met Destruction in Gothenburg. Ben er wel weer aan toe eigenlijk! Mijn handen jeuken om de beukende gitaren en drums van Destruction te voorzien van net zo harde beukende lichten. Of het nou old school is of niet!!! \m/

Comments

Popular posts from this blog

Lights Down Under

mobiele eenheid

Back to the roots